16 februari 2007

Perikelen.

Gisteren leek het wel lente. Ik wandelde door Utrecht, van het Centraal Station naar de Kromme Nieuwegracht, en de zon was zo warm dat het wel mei had kunnen zijn. Ik was haast blij dat ik college had, want ik had een reden om op zo’n mooie dag door Utrecht te lopen. Ik hou van die dagen dat ik veel te doen heb en dus geen tijd heb om thuis aan opdrachten te werken. Want werken aan zaken zoals mijn scriptie (ik wil het er niet over hebben) en het perceptieonderzoek (en daar wil ik het al helemaal niet over hebben) dat doe ik thuis, binnen, en dat schiet niet op.

Reden nummer één dat het niet opschiet is ons nieuwe poezenvriendje wat we in huis hebben genomen. Hij heet Eros, omdat ze hem in het asiel Cupido noemden maar dat vonden we een te ielige naam voor een kerel van bijna 6,5 kilo. Om toch maar in de trant van Cupido te blijven werd uiteindelijk dus Eros. Hij is hartstikke lief, en een echt knuffelbeest. Jammer genoeg blijkt hij niesziekte te hebben, dus zijn we nu bezig met een antibioticakuur en een oogzalfje. De pilletjes eet hij trouwens gewoon op, dat is weer eens wat anders dan de martelgang die het altijd was bij onze hond en vorige poes wanneer er een pilletje in moest worden geduwd! Maar, dat hij ziek is, is niet waarom ik niet opschiet hoor. Hij is gewoon te lief en je wil hem eigenlijk constant knuffelen.

En reden nummer twee? Die is er eigenlijk niet. Al met al denk ik dat ik gewoon in een fase van voorbereidend werk zit die ik dan maar betitel als “het schiet niet op” omdat er geen woorden op papier komen te staan. Maar ja, al dat leeswerk is natuurlijk ook werk ;-) als het maar ergens toe leidt.

Geen opmerkingen: