7 april 2005

Gat.

Een gevoel dat je wil fietsen, heel hard fietsen, de wind in je gezicht wil voelen, je haren wapperen. Hard trappen, hoofd voorover, blik op oneindig.
Of heel erg hard rennen, rennen rennen rennen zoals je rende vroeger naar de speeltuin in het park of achter je vader aan die een vlieger had.
Of skippyballen. Of zwemmen. Vliegen. Springen. Hinkelen.

Dat gevoel krijg je als je al de hele dag op je gat zit te werken aan een essay waarvan de uitkomst je aan je reet zal roesten, waarvan de resultaten niet kloppen met de hypothese en waarvoor je boeken thuishebt waarvan de boete langzaam oploopt oomdat ze zijn gereserveerd maar je hebt ze toch nodig.

Ik stem voor vakantie!

1 opmerking:

Anoniem zei

Ik ben blij dat het verder goed gaat :P